“Samen gaan we voor een duurzamere binnenvaart”
Op de werf in Werkendam is het middenin de zomervakantie een drukke boel. Niet zozeer in de haven zelf, maar wel op de Carlijn. Één van de binnenvaartschepen van Arend Horrel. “Dit jaar gebruik ik mijn vakantie om de Carlijn te voorzien van de nieuwste stage V motoren. We zijn na ongeveer zes weken bijna klaar. Dat is fijn, want die tijd had ik er ook voor uit getrokken.”
Dat het werk voorspoedig loopt, is waarschijnlijk te danken aan alle hulp aan boord. Met zo’n zes vaste medewerkers en met hulp van zoon (bijna 13 jaar) en dochter (10 jaar) gaat het lekker snel. Arend: “Mijn zoon en dochter helpen mee met kleine klussen aan boord. Ze willen graag het dorp in om iets te kopen tijdens de vakantie. Maar dan moeten ze het eerst verdienen, zeg ik altijd.”
Arend Horrel van Horrel Shipping is één van de vaste schippers waarmee Rijnaarde een samenwerking heeft. Samen met Rijnaarde kijkt Horrel Shipping naar de verduurzaming van de vloot. Arend: “Volgens mij ben ik in 2010 al in contact gekomen met Rijnaarde. Dat jaar heb ik mijn eerste schip, de Lorena, gekocht. Inmiddels zijn we 13 jaar en zes schepen verder. Samen met Rijnaarde wil ik een bijdrage leveren aan een duurzamere binnenvaart.”
Als klein jochie was ik op TV bij Telekids en daar vertelde ik dat ik schipper wilde worden met meerdere schepen.
“Die droom is werkelijkheid geworden. Ik heb eerst de zeevaartopleiding gedaan en heb daarna een half jaar bij mijn ouders gewerkt. Zij hebben altijd één schip, de Berjan, gehad. Na dat half jaar heb ik op een koppelverband gewerkt. Dat is een gemotoriseerd schip dat een niet-gemotoriseerd schip duwt of tijdelijk langszij meevoert. Op een gegeven moment zeiden mijn ouders dat ik voor mezelf moest beginnen. Ik denk dat ze vonden dat ik er klaar voor was. In 2008 ben ik voor mezelf begonnen. De eerste jaren dus met de Lorena.”
“Mijn ouders werken nu in loondienst bij mij. Ze zijn begin 60 en nog altijd vol passie aan het werk in de scheepvaart. Ik vraag mijn vader nog regelmatig om advies. Daar zit zo’n bonk ervaring. Ik vind het fijn dat ik mijn creativiteit kwijt kan in dit vak. Ik zit altijd vol nieuwe ideeën.”
“Waar anderen in Coronatijd een stapje terugdeden, heb ik juist in deze tijd geïnvesteerd”
“Ik heb meerdere schepen gekocht. De vloot van Horrel Shipping bestaat nu uit zes schepen. Dat was een goede zet, want ik pluk er nu de vruchten van. Vooral vorig jaar ging het erg goed, we hebben veel kunnen vervoeren. Zelf vaar ik op de Avélie. Daarmee vervoer ik onder andere klei voor Delgromij (net als Rijnaarde onderdeel van K3). De Carlijn vervoert vooral zand van K3Delta Zand & Grind naar Geertruidenberg, naar Bruil.”
Hoe zit het met personeel, is het lastig om nieuwe mensen te krijgen?
“Dat wisselt, maar meestal lukt het wel om goede mensen te krijgen. Ik heb nu ongeveer 25 man in vaste dienst. Sinds kort werken we ook met mensen uit de Filipijnen.”
Is jouw gezin een echt schippersgezin?
“Zelf kom ik uit een schippersgezin. Mijn ouders en ook mijn grootouders hebben altijd gevaren. Mijn vrouw komt van de wal zoals ze dat noemen. We hebben een huis in Zwolle, maar zijn daar weinig te vinden. Mijn vrouw en kinderen zouden trouwens niet permanent aan wal willen wonen. Dat krijg ik niet voor elkaar, haha.”
Denk je dat je kinderen in de scheepvaart gaan werken?
“Zoals ik het nu moet inschatten, denk ik het niet. Dat vind ik aan de ene kant jammer, maar aan de andere kant stimuleer ik ze juist om te gaan doen wat ze leuk vinden. Overigens is Carlijn de tweede naam van mijn dochter. Daar heb ik het schip naar vernoemd.”
Hoe zit het met de vergroening?
“De motoren van de Carlijn waren bij aanschaf van het schip toe aan vernieuwing. Europese wetgeving stelt dat je bij nieuwe binnenvaartschepen en bij vervanging van motoren alleen de nieuwste schoonste motoren mag terugplaatsen. De emissie-eisen van binnenvaartmotoren schrijft hiervoor de stage V motoren voor. Voor de voorbereiding heb ik ruim de tijd uitgetrokken. Ik wilde vooraf goed onderzoeken welk type motoren ik nodig zou hebben. Het zijn 530 pk DAF Paccar motoren geworden. Dat zijn minder sterke motoren dan de voorgangers, maar voorheen gebruikten we het maximum niet. Dus het kon wel wat minder. Door de afgelopen 2,5 jaar bij te houden op welke toerentallen er gevaren werd, kon ik kiezen voor minder krachtige motoren. De generator is overigens ook voorzien van stage V, waardoor het complete plaatje klopt.”
“Bovendien heb ik een tank in laten bouwen waarin we AdBlue (handelsnaam voor ureum) toevoegen in de katalysator bij de uitlaatgassen. Dat is een vereiste om de uitstoot schoner te maken. Het is een stof die ervoor zorgt dat je schoner kunt varen. De katalysator en roetfilter zorgen er samen voor dat je uitstoot schoner is. Door de nieuwe motoren verwachten we een besparing van 10% in het verbruik van de gasolie. In de toekomst zou ik graag op biobrandstof willen varen, waardoor het nog schoner wordt. Dat kan nu ook, maar omdat het twee keer duurder is dan gasolie is dit nu nog niet rendabel.”
Schoner varen gaat in de toekomst steeds belangrijker worden
“Veel verladers stellen die eisen nu nog niet, maar ik verwacht dat dit in de toekomst steeds belangrijker gaat worden. Daarnaast vind ik het zelf belangrijk om aan het milieu te denken. Op deze manier kan ik mijn steentje bijdragen.”
“Een investering van ruim een half miljoen euro”
“Het is een behoorlijke investering. Daarom heb ik hulp gekregen van de hoofdinvesteerder. Rijnaarde heeft bij de aankoop al geïnvesteerd. We vinden het samen belangrijk om toekomstproof te zijn en bij te dragen aan een duurzamere binnenvaart.”
“De investering is groot, maar ik hoop het in 10 jaar tijd terug te kunnen verdienen”
“Daarbij is het belangrijk dat men in de keten bereid is wat extra te betalen voor schoner vervoer. Om mijn investering eruit te halen zou er zo’n € 0,25 per ton bovenop de prijs moeten komen, een soort ‘schone milieutoeslag’. In de keten zal de vraag om het duurzamer te doen steeds belangrijker worden. Als we het met zijn allen doen, investeer je samen in een schonere wereld. En heb je een interessant terugverdienmodel, waardoor andere schippers die overstap ook sneller zullen maken.”
Hoe is de samenwerking met Rijnaarde?
“Die is goed. We werken fijn samen en alles verloopt makkelijk. Ik heb vooral contact met Bob Daanen en Cok de Graaf. Dat is erg prettig. We zijn weleens boos op elkaar en spreken dat uit naar elkaar. Dat is goed, want een uur later bellen we en gaan we weer verder. Je hebt elkaar toch nodig. Die verstandhouding is en blijft goed, omdat we zeggen wat we denken. Rijnaarde denkt mee over de toekomst. Daarom investeren ze ook mee in de vergroening. Samen hebben we veel kennis. Laten we die vooral blijven uitwisselen. Daar komen we ver mee.”
Welke uitdagingen zie je voor de binnenvaart?
“Naast de verduurzaming zie ik de continuïteit als één van de uitdagingen. Vorig jaar kon het niet op, maar dit jaar is het rustiger. Voor de continuïteit is stabiliteit belangrijker, liever dan in pieken en dalen.”
Ik ben tevreden en heb genoeg om handen
Op de vraag wat zijn wens is voor de toekomst is Arend even stil. “Eigenlijk ben ik heel tevreden. Ik wil vooral lekker zo doorgaan. En goed blijven communiceren met mijn mensen. Dan halen we het beste uit onszelf. Af en toe vraag ik veel van ze en soms moet ik even bijsturen, zoals nu tijdens de werkzaamheden aan de Carlijn. Maar dan neem ik ze ’s avonds mee uiteten. Ik wil ze dan extra belonen voor hun inzet. Een tijdje terug zijn ze allemaal in het nieuw gestoken. Voor iedereen stond een tas met nieuwe werkkleding, voorzien van het Horrel Shipping logo, klaar.”
Wat is je wens voor de binnenvaartsector?
“Dat we als schippers minder werken op eilandjes. Als voorzitter van de Schippersvereniging Schuttevaer afdeling IJsseldelta-Zwartewater zie ik maar al te vaak dat schippers voor zichzelf werken. Dat is logisch, want zo is het altijd geweest. Maar je kunt elkaar ook versterken door kennis te delen. Ik hoop dat we meer die kant op gaan.”
Over de Carlijn
Het binnenvaartschip de Carlijn is 86 meter lang en kan per keer 1.800 ton vervoeren.