Op woensdag 27 november is het plan ‘Ruimte voor Levende Rivieren’ van het Wereld Natuur Fonds en vijf andere natuurbeschermingsorganisaties aangeboden aan minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat. Het plan is uitgewerkt met onder andere de binnenvaart, klei-, zand- en grindwinning, recreatie en landbouw. Ook vanuit K3 is er aan het plan meegewerkt.
Ruimte voor natuur
Ruimte voor Levende Rivieren gaat verder dan het succesvolle Ruimte voor de Rivier. Dat programma was gericht op bescherming tegen hoogwater. Door verruiming van rivieren is de afgelopen 25 jaar 12.000 hectare extra natuur gecreëerd. Het nieuwe plan Ruimte voor Levende Rivieren creëert nog meer ruimte langs de rivieren door natuurontwikkeling op een slimme manier te combineren met onder meer landbouw, natuur, delfstoffenwinning, de binnenvaart en woningbouw. Dit helpt de uitdagingen van klimaatverandering aan te pakken. Én het brengt het natuurlijke rivierproces weer op gang, wat belangrijk is voor beschermde trekvissoorten als de paling, zalm en steur en herstel van kenmerkende ooibossen.
Drempels in de rivier
Door langduriger perioden van droogte is het probleem van bodemerosie – het uitslijten van de rivierbedding – urgenter geworden. Voor de natuur is het een probleem dat de bodem wegslijt en de rivier steeds lager in het land komt te liggen. Daardoor stromen uiterwaarden en reeds aangelegde nevengeulen die voor extra afvoercapaciteit dienen bij hoogwater, minder vaak over. Het gevolg is dat de natuur verdroogt en vissen onvoldoende stromend water hebben om te overleven.
Lage waterstanden vormen in toenemende mate ook een risico voor de binnenvaart. Doordat harde delen bij sluizen, bruggen, kribben en kades niet meeslijten met de rivierbedding, vormen die steeds hogere drempels waar schepen op vast dreigen te lopen.
Meer natuur langs rivieren
De oplossing is de rivier trager te laten stromen door deze te verbreden. Dit biedt ook kansen voor meer natuur en recreatiegebieden langs de rivieren. Voor bijvoorbeeld de Bovenrijn, de Waal en de kop van de IJssel – de drukste scheepvaartroute – zijn over een lengte van 140 kilometer nevengeulen en verlaagde zomerdijken nodig. Daardoor lopen uiterwaarden weer vaker onder en stromen nevengeulen mee bij gemiddelde waterstanden die ruim tweederde van het jaar voorkomen. In die periode wordt ook het meeste zand verplaatst op de bedding.
Namens K3 was Iwan Reerink aanwezig bij de aanbieding van het plan. “Ruimte voor Levende Rivieren laat goed zien hoe belangrijk een goede samenwerking is. Dat benadrukte de minister ook in haar toespraak. Ik hoop van harte dat het plan een vliegwiel gaat zijn om integraal met de rivieren om te gaan."
Tijdens de aanbieding is er een video getoond waarin vertegenwoordigers van alle betrokken sectoren aan het woord komen over het belang van levende rivieren voor hun sector. Dit filmpje is hieronder te zien.